Samenvatting
Het is 1665. Raadpensionaris De Witt is al meer dan twaalf jaar aan de macht. Er heerst verwarring: de Republiek is op zee verwikkeld in een verbeten oorlog met Engeland en wordt in het oosten bedreigd door troepen van de bisschop van Münster. Zowel de vloot als het leger ontberen een krachtige bevelhebber. Het volk begint te morren. De roep om een prins van Oranje als opperbevelhebber wordt luider en luider. Ritmeester Buat, opgevoed aan het hof van Oranje, raakt betrokken bij de onderhandelingen tussen de Republiek en Engeland. Gebaseerd op authentieke bronnen en bewaard gebleven processtukken vertelt Jean-Marc van Tol in dit tweede deel van de Johan de Witt-trilogie het meeslepende levensverhaal van Henri de Fleury de Culan, beter bekend als ritmeester Buat. Aan de hand van memoires, getuigenissen, lofdichten en andere documenten komt een bijzonder boeiende periode uit de vaderlandse geschiedenis tot leven. Deze historische roman is zonder kennis van het eerste deel te lezen. ‘Maar dan gebeurt het wonder dat de dichter Bilderdijk ooit “de machine” noemde: alle onderdelen raken verbonden, het gehele radarwerk komt in beweging. Hier zien we in literair historicus Van Tol de schrijver opstaan, in de lezer komt de liefhebber overeind: we raken meegesleept, het genieten begint.’ – Atte Jongstra over Musch (****), NRC Handelsblad ‘Met bravoure en historisch vernuft reconstrueert Jean-Marc van Tol in romanvorm de geschiedenis van het Eerste Stadhouderloze Tijdperk.’ – Sander van Walsum over Musch (****), Volkskrant