Samenvatting
Ricky loopt kort na zijn geboorte een hersenvliesontsteking op. Er wordt gevreesd dat hij spoedig zal overlijden, maar Ricky weet te overleven. Hij begint echter wel aan een leven vol teleurstellingen. Het dragen van een brilletje, het hebben van de achternaam Poot en het volgen van speciaal onderwijs leiden ertoe dat Ricky al snel het mikpunt wordt van pestkoppen. Na het afronden van een beroepsopleiding, komt Ricky bij een werkgever terecht die vier jaar lang als een soort duivel zijn leven bepaalt. Als Ricky vervolgens onder een andere baas komt te werken, krijgt hij te maken met een zogenaamde Messias. Een heilsprofeet, die vindt dat hij het recht heeft om geld te verdienen ten koste van zijn medewerkers en om als patroon in naam van God te spreken. Ondanks dat Ricky regelmatig te horen krijgt dat hij 'toch niets kan', lukt het hem om zonder begeleiding een normaal leven op te bouwen. Een leven waarbij er geen sprake is van een depressie of verslaving. Ricky behaalt zijn rijbewijs, bezit nu een eigen huis en heeft een vaste baan bij een fatsoenlijke werkgever. In dit boek reconstrueert Eduard Poot de belevenissen van zijn autistische broer. Ook de eigen belevingen van de auteur zijn in dit boek opgetekend. Door dit te delen, wil de auteur de aandacht van het grote publiek richten op de kracht van beperkingen, om zo de schaamte rondom autisme te doorbreken. Eduard Poot bracht eerder het boek ‘de probleemleerling’ uit. Hierin stond, aan de hand van zijn eigen ervaringen, het afstuderen met dyslexie centraal.