Samenvatting
De jonge vrouw Nora loopt uit haar boswoning. Onverwacht verschijnt een onbekende man die haar hardhandig vastgrijpt en terugduwt in de boswoning, waar hij haar gevangen houdt.
Terwijl rechercheur Sandra zich verdiept in het mysterie rond Nora’s verdwijning, komt getuige Mina naar voren, een jonge Afghaanse vrouw. Ze onthult details over de verstikkende realiteit van haar cultuur, waarin vrouwen worden onderdrukt en minderwaardig behandeld.
Onder de beperkingen opgelegd door Mina’s broer Milad, deelde ze doordachte lezingen met haar jongere broertjes Morid en Masi, uit bezorgdheid dat ze niet in Milads voetsporen zouden treden. Hieruit kwamen filosofische ideeën voort over menselijke kwesties, zoals mensenrechten, ongelijkheid, liefde en innerlijke vrede.
Ondertussen vervolgde Mina haar zoektocht naar vrijheid en vormde haar identiteit dankzij de regelmatige ontmoetingen met haar vriendin Pari. Tijdens deze gesprekken deelde ze ook haar gevoelens voor Karim, een koudbloedige en listige manipulator. In Karims ogen blijft Mina niet meer dan zijn eigen labels: kankerhoer, gestoord kankerwijf en desperate bitch.
Uitgeput door het leed bereikte Mina haar breekpunt en raakte verstrikt in een intens innerlijk gevecht. Midden in deze duisternis groeide haar band met Nora, een vriendschap geworteld in gedeelde pijn, en het streven naar wraak tegen onrechtvaardigheid.
Bewijsmateriaal, verborgen in een liefdesbriefje, WhatsApp-berichten en online shaming, komt naar boven, terwijl Nora zich vastklampt aan haar vastberadenheid om te ontsnappen. Maar de ontvoerder, gemaskerd en gewapend met een knuppel, blijft haar onverzettelijk gevangen houden.
Na talloze beproevingen worden de woorden van onrecht uitgesproken: ‘Je wilde het allemaal zelf.’