Samenvatting
Leo Feyaerts (Dessel, 1945) stond als Kempens student te midden van de Leuvense taalstrijd. Hij behaalde het licentiaat Moderne Geschiedenis in 1972 en onderwees aan het Bisschoppelijk College in Echt tot zijn pensionering in 2007. Naast zijn vakgebied behoren politiek, filosofie en literatuur tot zijn interessesfeer. Deel I: De introverte Carlo uit de Antwerpse Kempen, student aan de Katholieke Universiteit van Leuven, wordt door de uitbundige “Boze Wolf” meegesleurd in het wereldje van alcohol en vrouwen dat het leven van de studentenclub Moeder Geelse tekent. Dit gezelschap verschaft hem de afleiding die hij nodig heeft om te kunnen omgaan met zijn familiale problemen, liefdesaffaires en pijnlijke jeugdherinneringen. In Deel II komen zijn kameraad, Staf Van der Auwera, en Carlo's moeder aan het woord. Deel III levert zware kritiek op vooraanstaande filosofen als Adorno en Derrida. De volledige trilogie biedt met een diep psychologisch inzicht een treffend tijdsdocument van het leven in microkosmos Leuven en de Antwerpse Kempen. Vernuftig geschreven met afwisseling, scherpe dialogen en tactvolle culturele referenties die getuigen van een schrandere blik op de wereld.