Samenvatting
Je moet broeder worden, zei ze tegen me, nadat ze me eerst een ferme klap had gegeven toen ik haar wilde wassen. Ze keek me na het wassen dankbaar aan, pakte mijn hand, en drukte er een kus op.
Dit was mijn eerste kennismaking met een bewoonster in het verpleeghuis voor demente bejaarden.
Na jaren als vrachtwagenchauffeur te hebben gewerkt heb ik me laten omscholen. Ik vond werk in een verpleeghuis. Een prachtbaan. Als iemand nooit met dementie te maken heeft gehad, is het moeilijk te begrijpen wat er zich achter de muren van een verpleeghuis afspeelt. Om mijn herinneringen levend te houden ben ik begonnen met het opschrijven van dagelijkse gebeurtenissen.
Deze schetsen geven een beeld van dementie en tegelijkertijd een kijkje achter de schermen in het dagelijkse leven van verpleegkundigen,(zieken)verzorgenden en artsen die met deze mensen werken. De schetsen zijn soms emotioneel, vaak humoristisch maar nooit kwetsend.
Dit boek is bedoeld voor iedereen die nieuwsgierig is naar hoe het is om met mensen te werken die dement zijn, maar ook voor familieleden van deze mensen, collega's en betrokkenen.
Ik draag het op aan de mensen die zo in de war en zo kwetsbaar zijn dat ze nooit vergeten mogen worden. En aan hen die dagelijks met ze werken. Soms een traan, vaak een lach, maar altijd dankbaar werk.
Leo Janssen (1949)