Samenvatting
De ongecompliceerde jaren vijftig, klassenverschillen en de invloed van de kerk vormen het decor van spannende avonturen. Vier vrienden willen meer actie in het grensdorp. Ze beginnen met een ruitentikker bij de buren en een punaise op de stoel van de onderwijzer. Dit evolueert naar meer gedurfde ondernemingen. Destijds, hadden slimme, onverschrokken stropers en smokkelaars een heldenstatus in het dorp. Harrie, de hoofdpersoon, gaat deze lieden imiteren. Naast stropen en smokkelen, stunt hij op het spoor en beklimt de kerktoren. Hij is niet bang voor een vroege dood, maar brengt bij zijn acties ook anderen in gevaar. Dit tot verdriet en ergernis van zijn vrienden. Tijdens een overlevingskamp komen de onderlinge meningsverschillen versterkt naar voren en loopt de spanning hoog op. Ondanks de tegenstellingen blijven de vrienden elkaar door dik en dun steunen. Gaandeweg realiseert Harrie zich, dat het leven best de moeite waard is om geleefd te worden en dat hij nog zo lang dood kan zijn. We volgen Harrie van zijn zevende tot zijn dertiende levensjaar, een periode vol twijfels, schaamte, strijd en avontuur. Deze roman is gebaseerd op ervaringen van de auteur.