Samenvatting
In zijn korte leven werd Jack London (1876-1916) bekritiseerd, verheerlijkt en verafgood. Men noemde hem 'De Ruyard Kipling van de Klondike', een 'nieuwe Edgar Allan Poe', een 'vorstelijk ego', een 'pittoresk incident,' en oordeelde heel verschillend over hem, van 'voorbeeldig' tot 'niet de moeite van het uitgeven waard'. Volgens diverse biografen was hij een alcoholist, een socialist, en een vrijdenker, maar hij was in de eerste plaats een uitzonderlijk mens en een schrijver die schreef vanuit zijn eigen levenservaring. Hij is de auteur van vijftig boeken: romans, verhalen, journalistiek, autobiogra e en essays. Zijn romans en verhalen zijn viriel en hard. Tijdens zijn leven werd hij als mens en schrijver door miljoenen mensen bewonderd. Jack London bekende een veertig paarden te willen mennen met de duizend sterke armen van zijn geest; zijn ambities waren even krachtig als zijn zelfdiscipline. Bijna alles wat hij aanraakte veranderde hij in goud. Hij schreef voor het geld - en had een kolossaal succes. Naar de huidige maatstaven verdiende hij met zijn pen miljoenen dollars; niemand uit zijn tijd kon hem dat nazeggen! Jack London kwam op 22 november 1916 op zijn veertigste om het leven door een niervergiftiging, en niet - zoals al jaren veel biografen elkaar napraten - door zelfmoord. In Jack London, piraat, minnaar, schrijver en genie komen werk van Jack London en leven samen. Hans Dütting is al sinds 1972 een fervent bewonderaar van het
leven en het werk van Jack London, en ruimt in dit boek een ink aantal misverstanden uit de weg, in de wereld geholpen door deskundigen die fictie en werkelijkheid niet uit elkaar wisten te houden.