Samenvatting
Na de grote bloeiperiode van de jaren twintig luwde de storm aan creativiteit binnen de Groningse kunstkring De Ploeg. Zeker in de jaren na de Tweede Wereldoorlog speelde de vereniging geen leidende rol meer in de moderne kunst. Opvallend (en relatief onbekend) is dat juist in die periode een aantal Ploeg-kunstenaars van het eerste uur een nieuwe bloeiperiode beleefden. Jan Jordens, Wobbe Alkema, Job Hansen en Jan van der Zee gaven, vaak al op gevorderde leeftijd, een geheel nieuwe wending aan hun carrière. In Nieuwe wegen. De Ploeg en de moderne kunst na de oorlog wordt – grotendeels door jonge kunsthistorici – onderzocht door welke factoren deze kunstenaars in hun ontwikkeling gedreven werden. Is er een gemeenschappelijke noemer? Een vraag die ook beantwoord zal worden is waarom de kunstenaars zich afkeerden van De Ploeg, de kunstkring waar ze eerder zoveel energie uit geput hadden.