Samenvatting
Samuel de Champlain, gezant van de Franse koning, moet vrede en orde handhaven in het stroombekken van de Saint-Laurent, ten behoeve van de bonthandel met de verschillende lokale stammen, die constant wordt bedreigd door invallen van de Irokezen. Met hulp van een veertigtal mannen en zijn Huron- en Innu-bondgenoten trekt hij tot diep in het Irokezengebied, bijgestaan door "de Bask", een wraakzuchtige smokkelaar die deze contreien als geen ander kent. Naast zijn alliantie met de Huron- en Algonquin-stammen beschikt Champlain over nog een troefkaart, in de persoon van gijzelaar "Kleine Otter", dochter van een Irokezenhoofdman, die mogelijk kan dienen als pasgeld bij onderhandelingen.