Fragment
Het viel haar ook op dat mevrouw Kuipers niet alleen Riek werd genoemd, maar ook wel Tante Riek. En dat ook een groot deel van de gasten Oom of Ome heette. Je had Ome Jan en je had zelfs twee Ome Pieten, de één met een grote snor, de ander met rood haar. En je had Oom Frits, ene Oom Karel en een Ome Henk. Zou het echt allemaal familie zijn, vroeg ze zich af. Soms stoorde het haar dat bijna niemand in het huis een achternaam leek te hebben.
Ome Henk was de grappigste van allemaal. Een lange lijs met oren als die van een olifant. Ze stonden bijna horizontaal naast zijn hoofd. En de man praatte als Brugman, had overal en altijd een antwoord klaar. Maar hoe hij ook erop los babbelde, er bleef ook aan deze gast veel geheimzinnigheid kleven. Zijn leeftijd bijvoorbeeld, was voor haar een raadsel. Hij zag eruit als achter in de twintig, en had het daar zelf ook over, maar hij was wel ooit naar eigen zeggen huzaar geweest en dat regiment was al twintig jaar geleden opgeheven!
×