Samenvatting
Wij wonen in twee koninkrijken: het innerlijke koninkrijk, het koninkrijk van de geest, en het uiterlijke koninkrijk, dat van het lichaam en het fysieke universum om ons heen. In het eerste, het koninkrijk van het onzichtbare, liggen de stille, subtiele krachten die voortdurend de voorwaarden van het laatste bepalen, en met exacte precisie. Het vinden van de juiste balans in het leven is een van de allerhoogste essenties van elk succesvol leven. Wij moeten werken, want wij moeten brood hebben om te eten. Wij hebben ook andere dingen nodig dan alleen brood. Zij zijn niet alleen waardevol, comfortabel maar ook noodzakelijk. Het is echter een dom, onwennig wezen dat niet beseft dat het leven uit meer bestaat. Zij betekenen louter een bestaan, niet overvloed of volheid van leven. Onze heersende gedachten en emoties bepalen, en met absolute nauwkeurigheid, de heersende omstandigheden van ons uiterlijke, materiƫle leven, en evenzo de heersende omstandigheden van ons lichamelijke leven. Zouden wij graag in het laatste andere omstandigheden hebben, dan moeten wij de nodige wijzigingen aanbrengen in het eerste. De stille, subtiele krachten van verstand en geest, die onophoudelijk aan het werk zijn, vormen voortdurend deze uiterlijke en lichamelijke condities.