Samenvatting
Het Nederlandse en Vlaamse landschap wordt in toenemende mate gedomineerd door Amerikaanse eiken, fijnsparren uit Scandinavië en grove dennen die ook al niet uit deze streken komen. Nauwelijks bekend is dat minder dan vijf procent van de bomen en struiken in Nederland en Vlaanderen autochtoon zijn. Geen wonder dat de belangstelling toeneemt voor bomen en struiken die wél inheems zijn. Natuurbeheerders, landgoedeigenaren, ontwerpers van parken en zelfs tuinbezitters zijn steeds meer geneigd bomen te planten die oorspronkelijk uit de Lage Landen afkomstig zijn.
Dit boek is de eerste en enige volledige inventarisatie van alle bomen en struiken die van oudsher in Nederland en Vlaanderen voorkomen. Aan de hand van gedetailleerde kleurenillustraties, tekeningen en landkaarten worden meer dan veertig soorten en soortgroepen beschreven. Dat maakt Inheemse bomen en struiken in Nederland en Vlaanderen bij uitstek geschikt voor het herkennen van de beschreven soorten. Maar dit werk is veel meer. Het gaat uitvoerig in op de geschiedenis en archeologie van de autochtone bomen en struiken. Daarnaast bevat het beschouwingen over de toekomst van dit loof- en naaldhout in Nederland en Vlaanderen.
Inheemse bomen en struiken in Nederland en Vlaanderen is het resultaat van vijftien jaar onderzoek, verricht in opdracht van het Nederlandse ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit en het Agentschap voor Natuur en Bos in Vlaanderen. Het is niet alleen bedoeld voor deskundigen op dit terrein, maar zeker ook voor de vele natuurliefhebbers.
Aan dit boek werkten zeven auteurs uit Nederland en Vlaanderen mee. Eindredacteur Bert Maes is specialist op het gebied van inheemse boomsoorten.