Samenvatting
Hoe gaan we met de grenzen van ons leven om? De in zijn tijd invloedrijke theoloog Karl Barth (1886-1968) geeft hierop een bijzonder antwoord: God heeft ons niet slechts dit tijdelijke leven, maar juist dit tijdelijke leven gegeven, en daarmee de kans om er voor zijn aangezicht iets van te maken. Dankzij onze geboorte en dood hebben wij mensen ieder een bepaalde identiteit. Niet alleen met de begrensdheid van onze tijd, maar ook met die van onze werkkring en onze eer moeten we leren leven. Barth stelt met nadruk dat er na de dood geen voortzetting meer is van ons leven, en tegelijkertijd zegt hij dat God onze eeuwige toekomst is. Wat is het verschil tussen wat hij noemt de ‘vereeuwiging’ in God en het door de christenen altijd beleden geloof in het eeuwige leven na de opstanding der doden?
Bieden Barths uiteenzettingen troost en bemoediging?