Samenvatting
Kort nadat de stellingen van Luther wereldkundig werden, ontstond in Münster een vrijstaat. Deze was gebaseerd op de wederdopergedachte. Jantje van Leyden werd uiteindelijk tot koning uitgeroepen. Op basis van fanatisme werd in dit “koninkrijk” een heilstaat nagestreefd met onderdrukking, martelingen en ter dood veroordelingen. Jantje van Leyden was voordat hij naar Munster vertrok herbergier in Leiden. De hoofdpersonen zijn zijn weduwe en twee broers. Zij vertellen elkaar hun verhalen. De weduwe voert nog steeds de herberg. De broers zijn allen wederdopers. Drie zijn er naar Münster vertrokken. Een van hen bleef fanatiek wederdoper en belandde als zendeling na martelingen op de brandstapel in Amsterdam. De tweede broer, die naar Münster was geweest, heeft daar dicht bij de stadsleiding gestaan, maar is in de loop der gebeurtenissen meeloper geworden. Beseffend dat het verlaten van de stad zijn dood zou betekenen. Door zijn vrouw begreep hij uiteindelijk dat de leiding van de stad uit machtswellustelingen bestond. Ondanks de gebeurtenissen hebben de twee overlevende broers hun geloof behouden. Maar zweren later het geweld, repressie en bandeloosheid af.