Fragment
Het begin
Een klein, blond meisje in een zomerjurkje bekijkt voor het eerst in haar leven heel aandachtig de voorjaarsbloesem van een paar kromme, dunne bomen die naast het kippenhok staan.
Ze ziet meizoentjes in het gras en kleine ronde konijnenkeutels en ze pakt een dennenappel op die van de vliegden is gevallen.
Dan valt ze bijna om omdat er iets zwaars en donkers op haar hoofd zit, ze voelt heftig en scherp gepik bij haar ogen en ziet gele, geschupte klauwen in haar vlechten.
Ze hoort geschreeuw en de grote roodbruine haan wordt door iemand van haar hoofd getrokken en vlakbij haar op het hakblok gelegd, met een grote flitsende haal van een bijl wordt zijn kop eraf gehakt. Het beest valt van het blok maar staat op en rent zonder kop het bos in, een spoor van bloed op gras en dennennaalden achter zich latend.
×