Samenvatting
Is datgene wat wij met onze zintuigen ervaren de ‘werkelijkheid’? Zijn de gevoelens en gedachten die deze zintuiglijke ervaringen bij ons oproepen ‘werkelijk’? Of is dit alles illusoir? Is dit alles de ‘uiterlijke’ manifestatie van een daarin verborgen liggende ‘innerlijkheid’ met een hogere werkelijkheidsgraad? Wat wordt er eigenlijk bedoeld met ‘werkelijk’ en ‘illusoir’? Bestaat een dergelijk onderscheid in absolute zin of is het een gevolg van het innemen van een bepaald standpunt? Wat betekent dit onderscheid voor ons zelfbeeld? Moeten we de vanzelfsprekendheid van een innerlijk ‘zelf’ dat tegenover een uiterlijke wereld staat niet ter discussie stellen? Is dit ‘zelf’ werkelijk of is het een illusie? Is het zelfbeeld dat wij hebben ‘waar’ of is het een misverstand? En in het laatste geval, kunnen wij dan komen tot een waarachtig zelfbegrip, waarin het antwoord op de vraag ‘wat is illusie en wat is werkelijkheid’ besloten ligt? Bestaat er een waarheid die de tegenstelling tussen ‘werkelijkheid’ en ‘illusie’ overstijgt, ook met betrekking tot ons ‘zelf’?