Samenvatting
Wonderlijke redding van Johannes in de rampnacht van 1953 en zijn roeping tot het predikambt.
Het Zeeuwse land wordt in de nacht van 1 februari 1953 getroffen door een ramp van ongekende omvang. In die verschrikkelijke nacht sleuren de woeste golven een wiegje mee, met daarin een pasgeboren jongetje. Zijn vader en moeder verdrinken, maar hun kindje blijft op wonderlijke wijze gespaard.
Liefdevol wordt de jonge Johannes opgenomen in het dijkhuisje van Dingena, een alleenstaande, godvrezende vrouw. De Heere werkt in de kleine jongen en legt in hem het verlangen om predikant te mogen worden. Vele jaren later preekt Johannes tijdens een herdenkingsdienst over Psalm 68:23b: "Ik zal wederbrengen uit de diepten der zee." Hij weet dan niet dat zijn grootvader zich onder zijn gehoor bevindt en dat deze tekst de oude man vanaf de rampnacht op het hart was gebonden.
Ds. D.J. Budding benadrukt in dit boeiende verhaal op ontroerende wijze Gods wonderlijke leiding in het leven van Zijn kinderen en laat duidelijk uitkomen dat de Heere doorgaat met Zijn werk en Zijn beloften waar maakt, ook in de opbloei van het kerkelijk leven.