Samenvatting
'Ik wordt' is een nieuwe zwarte parel in het oeuvre van Harry Vaandrager. "Niks meer te zeggen. Geen doen. Klaar en uit. De brui eraan. Niets meer te zeggen. Mijn woorden zijn uitgedanst. Mijn tong verroest. Maar, er moet gesproken worden. Helaas. Desnoods met stijve kaken en een droge mond." Harry Vaandrager geeft in de vlijmscherp gebalde roman 'Ik wordt' met mokerende en tegelijk vloeiende zinnen vorm aan de paradox van de ik-figuur. Enerzijds bestaat de ik-figuur uit verschillende ikken die allemaal afzonderlijk gehoord willen worden, anderzijds wil hij één worden, opgaan in al wat bestaat en vloeit. Tussen breuk en versmelting twijfelt zijn hele zelfonderzoek, dat een hellevaart wordt. Aan de ene kant wil hij het nu scheiden van het toen, aan de andere kant wil hij dat verleden voortdurend opnieuw beleven. "Heb geen fut voor verzet. Waarom mij verweren? Dus vooruit, zal over mijzelf vertellen. Maar met tegenzin. En, heel graag, stel niet zoveel vragen, ze lopen mijn antwoord voor de voeten. Waarschuw u echter op voorhand heren, mijn herinneringen zijn ongeschoren en slecht gekapt. Ze zijn, ook dat nog, op praalwagens vol met meisjes van de lichtste zeden en aanpalende billenknijpers de woestijn ingereden." Harry Vaandrager (1955) debuteerde in 1978 met de dichtbundel 'Langs toendra's' (De Bezige Bij). In 2010 verscheen zijn tweede bundel 'Wat telt is van niets gemaakt' (Nijgh & Van Ditmar). Zijn romandebuut 'Aan barrels' (het balanseer/ Nijgh & Van Ditmar) verscheen in 2011, gevolgd door de verhalenbundel 'Koprot' en de roman 'Maskerade' (resp. 2013 en 2016, het balanseer/ In de Knipscheer). Voor het Poëziecentrum stelde hij met kunstenaar Carine Weve de bloemlezing 'Niets te verbergen/Alles te verbergen' (Gent, 2014) samen. «Harry Vaandrager vormt een avant-garde in z'n eentje.» - Vic van de Reijt