Samenvatting
De gedichten van de Chinese JIDI MAJIA zijn stevig geworteld in de tradities van de Nuosu, het Tibeto-Birmaanse minderheidsvolk in het zuidwesten van China waartoe de dichter behoort. In stijl doet zijn werk aan orale literatuur denken en inhoudelijk toont het werk een grote gevoeligheid voor de kosmos, de natuur en het landschap. Via die spiegel roert Jidi universele thema’s aan als liefde, tijd, eenzaamheid, leven en dood. Met het werk van Jidi, dat in vele talen is vertaald en nu voor het eerst in het Nederlands verschijnt, gaat een andere wereld voor ons open. JIDI MAJIA (1961) behoort tot de Nuosu, een mindersheidsvolk in China uit de provincie Sichuan. Hij werd bekend met zijn poëzie die stevig geworteld is in de tradities van zijn volk, dat niet tot de Han-Chinese maar tot de Tibeto-Birmaanse familie behoort. Jidi was de eerste Nuosu-dichter die in het Chinees schreef vanuit zijn eigen taalkundige, culturele en kosmologische achtergrond. SILVIA MARIJNISSEN (1970) is vertaalster van Chinese literatuur en vertaalde onder meer romans van Mo Yan en Chang Eileen, moderne poëzie van Yang Mu, Ye Mimi, Hsia Yu, Shang Chín, Duoduo en Chen Li en klassieke landschapspoëzie.