Fragment
Formuleer eerst het gezamenlijke doel.
Waarom wordt het formuleren van een gemeenschappelijk doel vaak overgeslagen, terwijl het zo voor de hand lijkt te liggen om te doen? Veel vormen van overleg hebben een regulier karakter waarbij mensen elkaar kennen. De aanname is dan dat we met elkaar wel weten wat een overleg moet opleveren. De doelstelling blijft in dat geval impliciet.
In veel situaties wordt het onderwerp of de aanleiding gebruikt om het gesprek te openen. Dat lijkt misschien maar een klein verschil met het noemen van de doelstelling, maar dit kleine verschil heeft grote gevolgen. Zonder een duidelijke doelstelling kan je geen scherpe regie voeren binnen het overleg. Een doelstelling geeft focus en biedt kansen voor scherpe regie.
(...)
Regie
Op basis van de doelstelling kan iedereen binnen het overleg mee regie voeren over het verloop van het overleg. In overleg willen deelnemers nogal eens zijpaden bewandelen op basis van associaties of stokpaardjes. Nu kan bevraagd worden in hoeverre deze bijdrage helpt in het bereiken van het doel, daarbij refererend aan de doelstelling van de start. Als dit één of twee keer is gebeurd neemt het aantal zijpaadjes over het algemeen af. Het mooie is dat de regie gevoerd wordt door het stellen van een toetsende vraag. Daarmee is de regievoering niet voorbehouden aan de rol van de voorzitter. Deze methode werkt duidelijk anders dan dat je uitspreekt dat iemands bijdrage niet helpt. Dat heeft immers meer het effect van je beoordelend boven de ander stellen.
Invloed op hersenen
In de praktijk blijkt regelmatig dat alleen al het starten vanuit gemeenschappelijkheid een verrassend grote impact kan hebben. Wat daarbij waarschijnlijk een grote rol speelt is dat je gedwongen wordt in de voorbereiding na te denken over het belang en de positie van ander. Je moet als het ware bij deze aanpak wel starten vanuit een empatisch of invoelend vertrekpunt. En juist dat zou wel eens veel invloed kunnen hebben op de hersenfuncties die daardoor geactiveerd worden. Uit hersenonderzoek blijkt namelijk dat taken uitgevoerd kunnen worden vanuit twee verschillende hersengebieden.
- Het pleziercentrum: de nucleus accumbens. Dit gebied is geassocieerd met opwinding en met beloning. Dit centrum is afgesteld op onze eigen behoeften en is dus primair egocentrisch ingesteld.
- Het helpende of altruïsme centrum: de posterior superior temporal sulcus. Dit gebied is geassocieerd met sociale interactie, sluiten van vriendschappen, beeldvorming van elkaar, samenwerking.
Wat blijkt: deze twee gebieden werken niet parallel tegelijkertijd aan een taak, het is of de een of de ander. Het zijn als het ware twee verschillende motoren die we kunnen gebruiken bij het aanpakken van een taak. De conclusie ligt nu voor de hand: zodra een overleg wordt gestart vanuit verschillen is de kans groot dat hersengebied 1 geactiveerd wordt. Met de ik-jij-wij aanpak wordt gestart vanuit gemeenschappelijkheid en empathie. Daardoor is de kans groot dat hersengebied 2 wordt geactiveerd voor het aanpakken van de taak!
Mensen zijn vaak verbaasd over hoe snel de verandering zich voltrekt met deze aanpak. Door dit hersenonderzoek is het wellicht wat beter te begrijpen: je brengt je gesprekspartner in de samenwerkingsmodus qua hersenwerking.
×