Samenvatting
Veelal is het de liefde, de ontdekking van een ziel in andermans ogen, die ons aan het dichten zet – in welke gedaante die liefde zich ook aan ons voordoet. In deze bundel verzamelde dichter Willem Wilmink (1936-2003) de mooiste liefdesgedichten uit de Nederlandstalige poëzie. Van de onverbloemde erotiek van de Middeleeuwen tot de zeventiende-eeuwse liefde, gedoemd te mislukken vanwege de grote standsverschillen. Van Hendrik de Vries, die de natuur zo prominent naar voren haalt, tot Piet Paaltjens, die achter zijn grappen zijn ernst verbergt. Van Hooft en Gorter, beiden gelukkige minnaars, tot Slauerhoff en Nijhoff, de dichters van het menselijk tekort.
‘Wilmink is (...) als neerlandicus en dichter een kenner bij uitstek van de Nederlandse poëzie.’ Noordhollands Dagblad
‘De gedichten die hij koos, van anonieme middeleeuwse liefdespoëzie tot Jean Pierre Rawie, zijn thematisch gerangschikt. Deze rangschikking heeft vaak een verrassend effect (...). Een mooie manier om onder het stof bedolven grootheden tot leven te wekken.’ Nieuwsblad van het Noorden
‘Een fijne bundel: voor liefhebbers om in te grasduinen, ten behoeve van oudere scholieren en studenten om ze met herkenbare en daardoor aansprekende poëzie in contact te brengen.’ NBLC