Samenvatting
Ik ben terrorist. Ik ben de aardige jongen, meisje, de aardige buurman of vrouw van wie je nooit had gedacht dat zij/hij in staat zou zijn een aanslag te plegen op onschuldige mensen. Ik ben de aardige zeer behulpzame stagiair, die geliefd is en zich voegt naar wat er van hem verlangt wordt. Van binnen kook ik van woede, over de naar ik meen de minderwaardige positie die ik in de westerse maatschappij heb. Ik geloof in De Islamitische Heilstaat. Dat is de enige waarheid. Daar heb ik mijn leven voor over, mijn beloning in de hemel zal groot zijn. Ik ben de ander. Ik geloof in het rechtzetten van onrecht door middel van terreur op grond van wat mijn ouders en grootouders is aangedaan. Ik hang geen islam aan maar werk met hun terreurnetwerk samen om mijn doel te bereiken; vergelding van aangedaan leed. Daar heb ik mijn leven voor over met heel mijn hart en wezen.