Samenvatting
Als Judith Stoker na ruim zeven stabiele jaren in een depressie terechtkomt, weet ze niet wat haar overkomt. De bodem onder haar bestaan lijkt in één keer te zijn weggevaagd. Via de huisarts komt ze bij de GGZ terecht waar ze een nieuwe diagnose krijgt: een bipolaire stoornis. Samen met haar psychiater en een sociaal psychiatrisch verpleegkundige zoekt ze naar de juiste medicatie. Elke dag schrijft ze over hoe ze zich voelt en wat er gebeurt. Ondanks dat ze door een loodzware tijd gaat, zijn er ook overal kleine lichtpuntjes waar ze zich aan vast weet te houden. Ik ben er nog (niet) is een eerlijk, openhartig en kwetsbaar boek over leven met een psychiatrische stoornis, geschreven door iemand die als therapeut ook veel kennis van zaken heeft. Het gaat over wanhoop en hoop, duisternis en licht, over dagen dat ze niet meer verder wil leven, maar ook dagen dat het leven de moeite waard is. Daarmee is het ook een boek vol lucht en humor. Judith steekt in dit boek andere mensen die worstelen met het leven een hart onder de riem. Ook informeert ze hen, en hun naasten, over wat een bipolaire stoornis (waarbij een depressie kan komen kijken) inhoudt.