Samenvatting
Dit is het vijfde en laatste deel van de schitterende historische de reeks: ‘De Normandiërs’. Deze roman kan ook uitstekend als een zelfstandig boek worden gelezen. Isolde de Montfroid stelt zich ten dienste van de Franse koningin, Eleonora van Aquitanië. Samen met het Franse koningspaar en tienduizenden andere kruisvaarders vertrekt ze in 1147 naar het Heilig Land met als doel de christelijke staat Edessa te bevrijden van de ongelovigen. Isolde wordt tijdens de reis al meteen geconfronteerd met haar broer Robert, die op wraak zint. Op deze wereld blijkt maar plaats te zijn voor één van de twee. Ze steken de Rijn over, dwarsen het Duitse Keizerrijk, volgen de vallei van de Donau en trekken door het Hongaarse koninkrijk naar Constantinopel, waar ze even op adem kunnen komen. Daarna begint het grote avontuur: de oversteek van de Bosphorus en dwars door vijandig gebied optrekken naar Edessa. Onderweg heeft het eerder ongeordende christelijke leger niet alleen af te rekenen met de bliksemaanvallen van de Seltsjoeken, maar ook met ziekte en hongersnood. Zoals in de vorige delen van ‘De Normandiërs’ kruiden hartstocht, liefde, intriges, moord en strijd deze boeiende roman.