Fragment
ROSIE Neen. Ik heb lange tenen.
MARIANNE Zoals die keer dat we het liedje ‘Rosie’ afspeelden.
Rosie zingt het lied ‘Rosie’ van Guido Belcanto met veel spot en sarcasme en schatert het uit.
MARIANNE En wat gebeurde er toen, Rosie? Stilte Jij gooide de cd-speler tegen de grond en stampte hem kapot.
ROSIE Ja, dat weet ik nog. Ik was nog een puber.
LILLY Je ging toen naar de balletschool.
ROSIE En Herbert was mijn dansleraar. Stilte Heb je nog foto’s van de balletvoorstellingen?
LILLY Ik niet, jij Marianne?
MARIANNE Ik vrees van niet.
ROSIE Jammer.
MARIANNE Ik zal er geen doekjes omwinden, Rosie, alles wat met jou te maken had, moest weg. Je bestond bij wijze van spreken niet meer.
ROSIE Is dat zo?
LILLY Ja.
ROSIE Vind je dat normaal?
LILLY Neen.
MARIANNE Allé, Lilly, Rosie wou papa vermoorden.
LILLY Ze wou dat niet.
ROSIE Jawel, hij had me veel pijn gedaan, Lilly.
MARIANNE Je gooide het vleesmes naar papa’s hoofd.
ROSIE Hij vernederde mij altijd.
MARIANNE Maar je deed ook niet wat gevraagd werd.
ROSIE Wat vroeg hij mij, misschien?
MARIANNE Wat hij mij ook vroeg. “Welke goede daad heb je vandaag verricht?” En jij zo rap als tellen: “En wat voor goede daad …”
ROSIE pikt in … heb jij vandaag verricht misschien?”
MARIANNE Zo antwoord je je ouders niet.
ROSIE En wat antwoordde hij mij? Stilte Ik
krijg het niet over mijn lippen.
LILLY “Elke keer dat ik je niet voor goed buitengooi, verricht ik een goede daad!”
ROSIE En ik ben recht gesprongen.
MARIANNE Je pakte het mes en gooide het naar zijn hoofd.
Stilte
×