Samenvatting
Als er in Den Haag aan het begin van de winter van 1944 niets meer te eten is, stapt Rietje Boersma op de fiets om voedsel te zoeken in Friesland. De tocht slaagt, maar een paar weken later eet haar gezin weer tulpenbollen. Met haar zoon Frits (4) achterop en dochter Noortje (11) op een eigen fiets met een stepwieltje vertrekken ze in februari onder barre omstandigheden naar het hoge noorden. De reis door een ontredderd, hongerig land wordt beschreven aan de hand van brieven en dagboekfragmenten. 'Houd je maar flink' gaat over honger, eenzaamheid en volwassen worden, maar ook over moed, overleven, vriendschap en de hoop op een betere toekomst. Iedereen, die zich de afgelopen jaren van zijn vrijheid beroofd voelde, zou dit boek moeten lezen.