Samenvatting
Veel hoogbegaafde kinderen voelen zich vanaf de
vroege kleuterjaren niet in hun sas. Het sterke
contrast tussen hun heel snelle cognitieve ontwikkeling
en de andere ontwikkelingsaspecten,
is vaak een bron van irritatie en onzekerheid.
Op zulke momenten hebben deze kinderen iemand
nodig die hen begrijpt en vooral iemand
die om hen geeft. Het spreekt voor zich dat
ouders, maar ook leerkrachten, in deze jaren
een cruciale rol spelen. Het is precies in deze
vroege jaren dat bepaalde gedragspatronen zich
inslijpen tot blijvende gewoontes. Daarom is
het zo belangrijk dat volwassenen vroeg starten
met een specifieke begeleiding voor deze kinderen
en dit het liefst vòòr de leeftijd van 4 à
5 jaar.
Dit boek wil de lezer wegwijs maken in deze
bijzondere behoeften aan begeleiding. Het bevat
honderden tips over wat best wel te doen en
wat liever niet te doen bij het begeleiden van
hoogbegaafde kinderen en jongeren.
Begrip en steun van volwassenen geeft niet
enkel richting aan de ontwikkeling van het kind,
maar reikt vooral modellen van sterkte aan,
waarop het kind nadien kan terugvallen.
Carl Dhondt, orthopedagoog, is voorzitter
van BEKINA (Begaafde Kinderen en Adolescenten).
Hilde Van Rossen, psychologe, is coördinator
van de opleiding Bachelor in de Toegepaste
Psychologie aan de Katholieke Hogeschool
Zuid- West- Vlaanderen.