Samenvatting
ver het boek: Om hun talenten maximaal te kunnen ontplooien, moeten hoogbegaafde kinderen vroegtijdig onderkend worden. Dan kunnen ze een begeleiding en stimulering op maat krijgen. De typische ontwikkelingsproblemen van hoogbegaafde kinderen en adolescenten komen uitvoerig aan de orde, net als de diverse versnellings- en verrijkingsmaatregelen die op school kunnen worden toegepast. De basis van iedere opvoeding wordt in het gezin gelegd tijdens de vroege kinderjaren. Hoogbegaafde kinderen ontwikkelen zich anders. Daarom is het belangrijk dat ouders zeer vroeg een goed inzicht verwerven in dit ontwikkelingsproces. Dit boek rekent af met enkele hardnekkige vooroordelen over hoogbegaafdheid. Zoals: deze kinderen zullen er wel vanzelf komen; je houdt dit potje best gedekt, zo niet krijg je onhandelbare en arrogante jongeren; deze kinderen zijn in alles goed en halen steeds de beste resultaten. Hoe verkeerd deze laatste opvatting wel is, wordt uitdrukkelijk behandeld in de hoofdstukken over onderpresteren. Nogal wat hoogbegaafde leerlingen worden onderpresteerders bij gebrek aan begrip en steun vanuit de omgeving. Dit proces is niet alleen dramatisch ter wille van de verminderde prestaties, maar vooral wegens het verwoestende effect op de persoonlijkheid van het kind. Over de auteur(s): Carl D'HONDT, orthopedagoog, is voorzitter van BEKINA-Begaafde Kinderen en Adolescenten. Hilde VAN ROSSEN, psychologe, doceert aan de Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen.