Samenvatting
De gedichten van Cilja Zuyderwyk gaan over kleine dagelijkse momenten, waarop het soms regent en blijft regenen, vaak de zon schijnt en pas laat ondergaat. Lome zomerdagen, waarop we niets te vrezen hebben, of toch? Gedichten waarin regelmatig de hond een bijrol speelt. Cilja Zuyderwyk schrijft sinds haar vijftiende poëzie. Rond haar tweeëntwintigste stopte ze ermee, om de draad ruim dertig jaar later weer op te pakken. Sindsdien schreef ze honderden gedichten, bracht drie bundels uit en publiceerde in vele literaire tijdschriften en e-zines, daarnaast kregen haar gedichten regelmatig een plaats in verzamelbundels. Ze schrijft toegankelijke poëzie, waar tussen de regels door voor de goede verstaander veel te beleven valt. In deze bundel staan achtenzeventig gedichten. Het zijn observaties en overpeinzingen met deels een serieuze en deels een luchtige ondertoon, maar altijd speels, origineel en verrassend.