Samenvatting
Een paleontologische expeditie in de bergen, op de grens van Frankrijk en Italië. Na het succes van Mijn koningin (Oevers, 2018) treedt Jean-Baptiste Andrea met zijn tweede roman in de voetsporen van de grote natuurschrijvers.
In 1954 vraagt Stan, professor in de paleontologie aan de universiteit van Parijs, zijn vriend en voormalige assistent Umberto om zich bij hem te voegen om de droom te realiseren die hem obsedeert: het vinden van het skelet van een veronderstelde dinosaurus bevroren in het ijs.
Samen met Peter, Umberto’s jonge assistent aan de universiteit van Turijn, en berggids Gio, beginnen de mannen aan de expeditie. Tijdens de beklimming blijkt de aanvankelijke zoektocht – die bij aanvang wetenschappelijk was – na verloop van tijd breder te zijn dan dat. Want de terugkeer naar de natuur, de ervaring van kou, inspanning en eenzaamheid, roept bij Stan ook herinnering op aan zijn moeilijke kindertijd. Als Stan na twee maanden alleen in het basiskamp achterblijft en de winter begint, moet hij zien te overleven tot het voorjaar om weer af te kunnen dalen naar de bewoonde wereld.
‘De uitmuntende vertaling van Gertrud Maes en Martine Woudt zet Andrea’s gave in de kijker om een poëtische, verdiepende stijl te paren aan een spannend en met vaart geschreven verhaal. Zijn ogenschijnlijke naturel mondt uit in een perfect gedoseerd eindproduct. Honderd miljoen jaar en een dag is een indrukwekkende avonturenroman over volharding, hoop, vriendschap en de klim uit het diepe dal van een verschrikkelijke kindertijd. Hij bezit zowat alles wat ik in een goed boek hoop aan te treffen: een meeslepend verhaal met authentieke dialogen, geestige gedachtekronkels, levensechte personages, een tempo dat tot in de puntjes synchroon loopt met de inhoud, en het lef om bondig te zijn waar dat nodig is. Een mengelmoes aan troeven, en dat binnen de schamele 223 pagina’s die het boek telt. De jongste jaren verscheen er een kleine lawine aan romans die zich ver boven de zeespiegel afspelen, en de meeste daarvan zijn goed. Maar deze verfijnde mastodont torent er nog een eind bovenuit.’
– Joachim Stoop in HUMO (4½ sterren)
‘Honderd miljoen jaar en een dag is even adembenemend als poëtisch. Het fraaie kleinood gaat over kameraadschap, over trouw blijven aan jezelf, over hoop die doet leven en dromen die een mens overeind houden. Het contrast tussen de grootsheid van die dromen, het indrukwekkende decor en de strakke, haast laconieke stijl maakt het allemaal nog imposanter. Als lezer klim, klauter en kleum je als vijfde expeditielid met de onderzoekers mee. Je voelt de kou onverbiddelijk in je botten trekken. Je voelt de spanningen in de groep toenemen, in die onmetelijke witte wereld. De grandioze landschappen en de gezonde berglucht krijg je er gratis bij.’
– Marijke Arijs in De Standaard der Letteren ★★★★
‘Zijn krachtige beelden werken, je ziet (en hoort) het vóór je. Dat hiervoor een duo topvertalers tekende, draagt daar ongetwijfeld ook aan bij.’
– De Volkskrant