Samenvatting
Ik heb meerdere mensen vermoord (sommige op gruwelijke wijze, andere heel koelbloedig) en toch zit ik nu in de gevangenis voor een moord die ik níét heb gepleegd. Als ik bedenk wat ik écht heb gedaan, vind ik het stiekem jammer dat niemand ooit zal weten wat voor complexe klussen het waren. Ik hoop er natuurlijk ongestraft mee weg te komen, maar ik stel me graag voor dat iemand ooit, als ik er allang niet meer ben, een oude kluis opent en deze bekentenis vindt. Mensen zouden van hun stoel vallen. Er is per slot van rekening vrijwel niemand ter wereld die kan begrijpen hoe iemand van achtentwintig doodleuk zes familieleden kan hebben vermoord, om vervolgens, zonder ook maar een greintje spijt, vrolijk verder te gaan met haar leven.