Samenvatting
Uit achttien oude schriften en enkele zwart-witfoto's tekende Baukelien Koopmans het verhaal op van haar betovergrootvader Jan Hoekman (1859-1949). Op heldere wijze plaatst zij in dit boek de verhalen in een historische context. De schriften bevatten herinneringen van Jan Hoekman aan zijn jeugd in de polder Mastenbroek, verhalen over het boerenleven met Jentje en de kinderen en zijn ervaringen als raadslid en wethouder in IJsselmuiden. Hij vond het belangrijk om zijn memoires en verhalen op te schrijven. Alleen dàn zouden die niet verloren gaan. Een groot deel van zijn leven bracht Jan Hoekman door op het Kampereiland. Vanaf zijn huwelijk met Jentje in 1886 pachtte hij dertig jaar lang Erf 5, een terp vlakbij de Zuiderzee. Het leven was hard; mensen hadden te maken met ziekte, armoede, gevolgen van oorlogen en de altijd dreigende zee. Maar, ondanks dat, beschrijft Jan Hoekman ook hoe mooi het polderleven kon zijn. Hij was ooggetuige van grote veranderingen in de samenleving. Zijn waarnemingen bleven bewaard en geven een bijzondere inkijk in het boerenleven van vroeger. Deze (auto)biografische schets van een boer uit de IJsseldelta beschrijft in rake bewoordingen het leven in een ruime periode rondom het jaar 1900. Zijn getuigenis betekent een grote verrijking van onze historische kennis van deze regio. Met veel oog voor detail en de menselijke maat schrijft Hoekman over elementaire zaken als hooibouw, veeziekten, streekgebruiken, de landbouwcrisis van de jaren 1880, het religieuze klimaat en tal van andere zaken. Hij doet dit op een persoonlijke manier van iemand die het nodige heeft meegemaakt. Het is een waar geschenk dat de memoires van deze ruimdenkende boer bewaard zijn gebleven. Ewout van der Horst, Historicus stichting IJsselacademie