Samenvatting
'Hind Swaraj' (Indiaas Zelfbestuur) werd door Gandhi (1869-1948) in negen dagen (november 1908) geschreven toen hij per schip op de terugweg was van Londen naar Durban (Zuid-Afrika), waar hij verblijf hield. Hij had bij de Engelse regering gepleit voor een betere behandeling van de Indiërs in Zuid-Afrika, maar kreeg nul op het rekest. Zijn gedachten waren in die tijd niet alleen bij de achterstelling van zijn lotgenoten in Zuid-Afrika, maar ook bij zijn landgenoten in India, waar de Engelsen eveneens een mensonterend koloniaal bewind voerden. In Londen maakte hij van de gelegenheid gebruik om met uitgeweken Indiase Nationalisten te spreken over hun visie met betrekking tot de toekomst van India. Hun geheime voorman, de jonge invloedrijke fanaticus ‘Veer’ Savarkar, die in Londen studeerde, bleek een voorstander te zijn van gewelddadig verzet. Naar aanleiding van die gesprekken was Gandhi sterk gedreven een tegengeluid te laten horen in de geest van ‘Satyagraha’ (zielskracht), waarmee hij twee jaar daarvoor zijn lotgenoten in Zuid-Afrika had weten te inspireren. Het boek verschijnt voor het eerst in een Nederlandse vertaling. Het werd in 1909 in India door de Engelse autoriteiten direct verboden. In 1921 kreeg het boekje een nieuwe uitgave in het Guarati en werd het bekend in India door toedoen van de theosofische beweging. Gandhi beschouwde het als zijn politiek programma en testament, waar hij tot het eind van zijn leven achter is blijven staan. Het is een document van historische waarde. In 2009 is er nog een congres over geweest in India om de hedendaagse relevantie te bepalen. Het bevat uitdagende opvattingen die interessant zijn voor de huidige wereldwijde discussie over vrede en duurzaamheid.