Samenvatting
De fascinatie van A.F.Th. van der Heijden voor Frankrijk begon via het werk en de biografie van een Nederlandse kunstenaar: Vincent van Gogh. Toen hij, met vrienden in een Volkswagenbusje, zelf voor 't eerst de Franse grens passeerde, hoorde hij op de autoradio dat een andere Nederlandse held, Jan Janssen, de Tour de France had gewonnen. Kees van Dongen, gebroeders en zus Van Velde, Remco Campert, Karel Appel, Simon Vinkenoog, Rudy Kousbroeck, Wally Tax en z'n Outsiders... Frankrijk was blijkbaar een land waar Nederlands talent kon gedijen. Van der Heijden begon er in de zomer van 1968 met het bijhouden van het logboek voor de Rowans. In 1975 zwierf hij er rond, met zijn ziel onder de ene en zijn dagboek onder de andere arm, pogend schrijvend een persoonlijke crisis de baas te worden. Pas jaren later, in 1986 en 1987, was hijzelf aan de Provence toe. In Arles en Aix, ver van het Amsterdamse decor, schreef hij de eerste aanzetten tot Advocaat van de hanen, waarvan een eerste versie in 1989, in Monpazier (Dordogne), voltooid werd. In deze laatste plaats werkte hij in recente jaren aan de cyclus Homo duplex. Van alle besognes, en de avonturen eromheen, hield hij een minutieus dagboek bij, waaruit nu een selectie verschijnt onder de titel Hier viel Van Gogh flauw.