Fragment
Fragment uit hoofdstuk 11.
Stuurt Israël aan op zijn eigen ondergang?
Na het afspringen van de onderhandelingen in 2010 verklaarden Israëlische intellectuelen dat verder de éénstaatoplossing centraal moest staan. Het meest klemmende probleem voor de Palestijnen was immers niet zozeer een eigen staat, maar het gebrek aan mensen- en politieke rechten. De wereld kent vele etnische groepen zonder eigen staat, maar de Palestijnen zijn het enige volk zonder burgerrechten. Om werk te maken van een éénstaatoplossing zou Israël een diepgaand maatschappelijk debat moeten organiseren. De Israëli’s zouden moeten beseffen dat zij niet moeten kiezen tussen twee staten of de status quo, maar tussen een gezamenlijke staat of etnische opdeling.
Maar dan rijst het dilemma van het ontstaan van een groot segment niet-Joden in Israël, en komt het Groot-Israël van Moshe Dayan in het gedrang. Aan de vooravond van de Zesdaagse Oorlog van 1967 verklaarde die: “Wij hebben geen invasieplannen. Ons enige doel is de opzet van de Arabische legers om Israël binnen te vallen te verhinderen’. Maar na de Blitzkrieg zei hij: De Gazastrook is van Israël, en stappen zullen worden ondernomen om deze tot een deel van dit land [Israël] te maken. De grenzen van 1948 hebben afgedaan. De realiteit dwingt tot het erkennen van de kaart van 1967”. En volgens The Times verklaarde Dayan juli 1968 zelfs: “Over de huidige staakt-het-vuren-linies liggen nieuwe in het verschiet. Zij strekken zich uit voorbij Jordanië - misschien tot Libanon en misschien wel tot centraal Syrië”. Aan grote plannen ontbrak het niet.
×