Samenvatting
Dit essay gaat over de mechanisering van het ziek-zijn. Voor zover wij de mens kennen was in oude tijden het beeld van ziekte en gebrek sterk door mythen beïnvloed. Bovennatuurlijke krachten waren ervoor verantwoordelijk en in de relatie met die krachten kon eventueel genezing worden verwacht. In de Klassieke Oudheid ontstonden echter ook opvattingen die de nadruk legden op de eigen verantwoordelijkheid voor het houden van gezondheid. Er ontstond zelfs een vorm van wetenschappelijk denken die eeuwenlang de dagelijkse praktijk heeft beïnvloed. Metafysica werd vervangen door wetenschap. In de zestiende eeuw werd door de ontwikkeling van de natuurwetenschappen gaandeweg het wereldbeeld gemechaniseerd en werd ook het menselijk lichaam in dat perspectief meegenomen: Descartes beschouwde het als een machine. De mechanische wijze van denken is op zich niet vreemd omdat de mens van oorsprong altijd gebruik heeft gemaakt van gereedschappen en vervolgens toenemend van machines. Het kunstmatige zit in de mens. De laatste twee eeuwen werd de fysiologie van het lichaam en het ontstaan van ziekten hoe langer hoe meer gemechaniseerd, in de zin van gereduceerd tot goed gereguleerde moleculaire processen. Het lichaam is daarmee zelfs onderdeel geworden van onze door de biomedische technologie gemedieerde cultuur. Vanuit het perspectief van de filosofen Canguilhem, Plessner, Stiegler en Nancy wordt uitgelegd wat uiteindelijk de grondslag hiervan is. De mechanische wijze van denken in de biomedische wetenschappen is een manier om te kunnen omgaan met de complexiteit van de natuur. Theo Wobbes is emeritus hoogleraar Chirurgische oncologie aan het Radboudumc en is lid van de Wetenschappelijke raad van het Thijmgenootschap. 10