Samenvatting
Het laatste bijbelboek, Openbaring, werd een kleine tweeduizend jaar geleden geschreven. Dromen, visioenen, draken, kosmische oorlogen en goddelijke overwinningen maken het tot een controversieel, raadselachtig geschrift. Elaine Pagels gaat op zoek naar de historische wortels van Openbaring. Het is geschreven na de Joodse Opstand in het jaar 66, toen militante Joden in Jeruzalem ten strijde trokken tegen de Romeinse bezetters van Judea. Deze opstand werd wreed neergeslagen en eindigde in de verwoesting van de tempel. De auteur van Openbaring, een zekere Johannes, schreef volgens Pagels zijn boek als een vernietigende aanval op het Romeinse Rijk. Vervolgens grepen vroege, zeer radicale volgelingen van Christus Johannes’ tekst aan als een wapen tegen ketterij. Pagels onderzoekt deze geschiedenis en gaat na hoe ook machthebbers in latere eeuwen met Openbaring in de hand ‘vijanden van God’ onderdrukten. Tegelijkertijd benadrukt ze de blijvende aantrekkingskracht van het bijbelboek, dat nog steeds tot de verbeelding spreekt.