Samenvatting
Op 17 november 1989 staan studenten en oproerpolitie op de Nationale Laan in Praag tegenover elkaar. Vandam is erbij, hij deelt de eerste klap uit en zet zo de Fluwelen Revolutie - 'Het volk boven' - in gang. Althans zo luidt zijn versie. In een lange monoloog, gericht tegen zijn zoon, geeft Vandam zijn visie op het leven en de maatschappij ten beste. Gelardeerd met (tegel)wijsheden als 'Vrede is enkel een pauze tussen oorlogen' is hier de stem van het volk aan het woord. Hij is allang geen held meer, maar een verliezer. Hij slaat zich eenzaam en alleen door het leven. In het voetbalstadion brengt hij geregeld de Hitlergroet. 'Ik ben een Romein. Geen nazi. Waarom zou je in Europa niet op de Romeinse manier mogen groeten?' Brutaal en stoer, dan weer teder en romantisch. Hier spreekt de onderbuik van de samenleving, de 'gewone man'. Over de auteur: De Tsjechische schrijver Jaroslav Rudiš is een gevestigde naam in zijn thuisland. Hij leeft als kunstenaar in Berlijn en Praag, waar hij werkt als schrijver, journalist, acteur en muzikant. Hij verkent de Tsjechische kunstwereld als geen ander. Zo speelt hij bijvoorbeeld ook in de Kafka Band, een Tsjechische band die veelvuldig in Duitsland optreedt en daar volle zalen trekt. Rudiš won in 2002 de Jiří Orten Award voor Nebe pod Berlínem (De hemel onder Berlijn), de belangrijkste literatuurprijs in Tsjechië. Zijn graphic novel Alois Nebel is in 2011 verfilmd en ontving de European Film Award voor beste animatiefilm. Het volk boven is de tweede roman van Rudiš die in het Nederlands verschijnt. Uit het Tsjechisch vertaald door Edgar de Bruin (Letterenfonds Vertaalprijs 2015). De pers over Het volk boven (Originele titel: Národní třída; in het Duits Nationalstrasse): Zoals Rudiš dat voor elkaar krijgt, in het monster de mens te ontdekken, dat maakt het lezen van zijn romans zo opwindend. (Karl-Markus Gauss in Neue Zürcher Zeitung) Het boek is geraffineerd van opzet met meerdere motieven (het bos, Europa, de macht van het onderdrukte) die steeds opnieuw en anders opduiken, en hoewel men in de haast bijna troosteloos overzichtelijk setting van deze flatgebouwen denkt te weten hoe de hazen lopen, neemt de geschiedenis een even dramatische als verrassende wending. (Alex Rühle, Süddeutsche Zeitung)