niet beschikbaar
Twee tellen later zag ik dat ze haar in de couveuse naar me toereden. En ineens lag ze naast me. Haar ogen waren open en ze keek me aan. Mijn lichaam begon te trillen, de wereld stond even stil. Daar was ze, mijn dochter. Voorzichtig reikte mijn hand naar haar gezichtje, ik aaide zachtjes haar wangetjes. Ze was zo klein. Maar het wonderlijkste van alles. Ze leefde!! Ik voelde de opwinding in mijn lichaam, en ineens was het Dr. Spaanderman die schrok. Mijn hartslag was ineens gestegen naar 100. Maar het bleek alleen maar de opwinding te zijn die ik voelde toen ik mijn dochter zag. Ik kan niet beschrijven hoe ik me voelde. Zo diep intens gelukkig. Mijn kleine meisje, ze was er. Ze leefde, en had zelfs haar oogjes open. Ze lag helemaal ingepakt in folie. Ze had een wit mutsje op met lichtroze en lichtblauwe streepjes.
De verpleegkundige deed haar musje ietsjes omhoog zodat ik haar haartjes kon zien. Wat was ze compleet. Alles zat erop en eraan, maar wat was ze klein. In haar neusje zat een slangetje, dat bleek de beademing te zijn.
“Wat is haar naam?” vroeg de verpleegkundige.
“Vienna” zei ik. “Vienna Mary”