Fragment
De jaren dertig
In de grensstreek van Brabant waren de mensen veelal arm en probeerden op verschillende manieren te overleven. Een van de manieren was door het verbouwen van hun eigen groenten en fruit. Ook hielden ze vaak dieren zoals kippen en geiten om in hun eigen voedsel te voorzien. Daarnaast waren er ook veel mensen die werkten als seizoenarbeiders in de landbouw. In de zomer gingen ze bijvoorbeeld naar Duitsland om daar te werken op de boerderijen.
Daarnaast was smokkelen een veelvoorkomende manier om extra geld te verdienen in de grensstreek. Vooral boter werd veel gesmokkeld, maar ook suiker en tabak waren populaire smokkelwaar.
In de grensstreek werd smokkel niet gezien als iets illegaals, maar gerechtvaardigd omdat men zich in de steek gelaten voelde door de overheid. Het was dan zeker ook niet vreemd dat de meeste mensen bij de smokkel betrokken waren. Kortom smokkel was gewoon in de Brabantse contreien.
×