Samenvatting
Vanaf 1946 tot midden 1948 onderhandelde een Amerikaans-Joodse organisatie, de Freeland League, met de Nederlandse en Surinaamse regeringen over hervestiging van joodse ontheemden uit Centraal- en Oost-Europa in het Saramaccadistrict, ten westen van Paramaribo. De ontheemden zouden Surinaamse onderdanen worden, maar zoveel mogelijk hun eigen cultuur en taal behouden. Voor de Freeland League was Palestina geen optie, omdat zij niet naar een onafhankelijke joodse staat streefde. Eind juni 1947 stemden de Staten van Suriname er mee in om 30.000 joodse immigranten toe te laten. Dit stuitte op verzet van zionisten én de creoolse Nationale Partij Suriname (NPS). Na een aanvankelijk positieve opstelling besliste de Nederlandse regering dat het plan niet door mocht gaan. De regering vreesde dat zich onder de immigranten veel 'communistische infiltranten' zouden bevinden. Alexander Heldring beschrijft de achtergronden van het Saramacca project en laat zien welke factoren uiteindelijk leidden tot 'opschorting' van het plan.