Samenvatting
Het werk van de Russische schrijver Sigizmoend Krzizjanovski (1887-1950) hoort bij het genre van de fantastische literatuur en heeft veel gemeen met dat van Jorge Luis Borges. Net als dat van Borges heeft het vaak een filosofische en mystieke inslag. Er gebeuren vaak dingen in die in de werkelijkheid onmogelijk zijn, maar toch veel zeggen over diezelfde werkelijkheid. Dat geldt bij uitstek voor deze roman uit 1924, waarin een magiër van zijn leermeester drie flesjes met vloeistoffen krijgt, die hem als hij deze opdrinkt zullen veranderen in een wezen van minuscule afmetingen. Van de vijf romans en zes verhalenbundels die Krzizjanovski tussen 1920 en 1940 schreef, werd er geen enkele gepubliceerd. Daarvoor stond hij te kritisch tegenover het leven in de Sovjet-Unie. Wel las hij regelmatig voor uit zijn werk op avondjes, waardoor hij in Moskou in kleine kring bekend stond als een zeer originele, aparte schrijver. Pas vanaf 1989 werden zijn boeken in Rusland gepubliceerd en vanaf 2001 verschenen daar ‒ in zes fraaie delen ‒ zijn Verzamelde Werken. Dit is zijn tweede vertaling in het Nederlands: in juni 2016 verscheen bij uitgeverij Pegasus al de roman De terugkeer van Münchausen.