Samenvatting
Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 heeft het Rijk de beschikking gekregen over een nieuw instrument voor de realisering van nationaal ruimtelijk beleid: het rijksinpassingsplan. Daarmee is de hegemonie van het gemeentelijke bestemmingsplan als enige rechtstreeks bindende planvorm doorbroken. Het Rijk is daardoor niet langer afhankelijk van de medewerking van de gemeente en kan voor projecten van nationaal belang geheel zelfstandig de ruimtelijke kaders tot stand brengen. En als de rijkscoƶrdinatieregeling van toepassing is kan ook de vergunningverlening in een en hetzelfde traject worden meegenomen. Het rijksinpassingsplan wordt inmiddels met regelmaat ingezet voor projecten van nationaal belang, variƫrend van windturbineparken tot voorzieningen voor ondergrondse gasopslag en ontpolderingsprojecten. Dit boek beschrijft op praktische en overzichtelijke wijze hoe de toepassing van het rijksinpassingsplan in zijn werk gaat. De rolverdeling tussen Rijk en gemeente komt daarbij nadrukkelijk aan de orde. Ook passeren de overige instrumenten voor nationaal ruimtelijk beleid de revue. Een praktijksituatie, waarbij het rijksinpassingsplan is ingezet om de aanleg van transportleidingen naar een ondergrondse aardgasopslag mogelijk te maken, is gebruikt ter illustratie. Over de auteurs Mr. Albert Voogd werkt als jurist vastgoed bij het Programma Stedelijke Ontwikkeling van de Gemeente Enschede.