Samenvatting
Vanaf het moment dat Willem van Oranje op zijn elfde het ouderlijk huis verliet, was hij altijd onderweg. Hij woonde nu eens in Breda, dan weer in Brussel, Delft, Vlissingen, Geertruidenberg of Antwerpen. Al in zijn jeugd bracht hij veel tijd door op het slagveld, maakte hij lange veldtochten, en was hij betrokken bij belegeringen en verwoestingen. Tegelijkertijd zette hij nieuwe steden op de kaart, stichtte hij scholen en nam hij het initiatief tot de oprichting van de Universiteit van Leiden.
Het reisboek van Willem van Oranje geeft aan de hand van kaarten en vele illustraties een beeld van een opwindend en rusteloos bestaan. In zijn leven legde Willem van Oranje vele tienduizenden kilometers af, te paard of in een koets. En dat in een tijd dat de meeste mensen hun geboortestreek zelden of nooit verlieten. Het reisboek is tevens een gids langs de landschappen en gebouwen die door Willem van Oranje hun vorm kregen, en laat zien met welke uithoeken van Europa hij in contact stond, van Lissabon tot Constantinopel, en van Kopenhagen tot Rome. Ook biedt Het reisboek een vogelvlucht over de vele brandhaarden in de beginjaren van de Nederlandse Opstand: van Heiligerlee en Jemmingen tot Gent en Brugge.
Oranje-biograaf René van Stipriaan volgde de Vader des Vaderlands door Europa en deed onderzoek naar de historische locaties die hij bezocht. Hoe zag de wereld van Willem van Oranje eruit – en wat is er nog van over? In Het reisboek van Willem van Oranje neemt hij de lezer mee op een hallucinerende reis terug in de tijd.