Samenvatting
Dit is niet het zoveelste boek van een kanker-overlever. Dit is het verhaal van Fien, die zo dicht bij de dood kwam dat het leven daarna knap ingewikkeld werd. Ze ontdekte dat je een levensbedreigende ziekte nooit alleen krijgt en dat hij nooit echt overgaat – ook niet als je weer gezond bent verklaard. Met humor en diepgang en volledig schaamteloos beschrijft Fien in dit boek haar leven als jonge vrouw. Liefde, carrière, vriendschap, seks en jezelf ontdekken horen daarbij. Net als – in haar geval dan - een kale kop, poepen in een teiltje en ineens BN’er zijn. Het is een verhaal over knokken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Niet omdat je een held bent, maar gewoon omdat je leven het waard is. ‘Een survivor gaat keer op keer op z’n muil. Bouwt een kampvuur, brandt het op en doet het de dag erna opnieuw. Weet steeds op te krabbelen om z’n taakjes weer te doen. Niks heldendaad, gewoon broodnodig om de volgende dag te halen.’