Samenvatting
In ons bewustzijn ervaren we onszelf als een dagelijkse werkelijkheid. De huidige wetenschap ontkent echter vaak het bestaan van het ik als een unieke geestelijke wezenskern. Vormt deze miskenning van het ik niet een grote hindernis voor een gezonde ontwikkeling? Sergej Prokofieff verdedigt het principe van het ik op basis van de antroposofie van Rudolf Steiner. Hij maakt daarbij onderscheid tussen het niveau van het gewone, het hogere en het ware ik van de mens. Behalve het gewone ik blijkt het namelijk zinvol om ook het bestaan van een hoger Ik te erkennen, waarmee we innig, maar doorgaans goeddeels onbewust zijn verbonden. De antroposofie wijst op het grotere perspectief van karma en reïncarnatie. Onze motieven in dit leven houden verband met voorgaande levens: we zijn geen onbeschreven blad. Vanuit een nog hoger standpunt kan het ik in samenhang worden gezien met het wezen van Christus dat – boven alle religies verheven – kan worden opgevat als principe van universele mensenliefde en zelfs als het Ik van de mensheid. Vanuit dit hoogste niveau is ieder mens verwant met Christus. Deze verwantschap vormt de kern van het ware Ik.