Samenvatting
Net als elke andere schrijver streeft de dichter ernaar de voorbije of de huidige tijd te veroveren en te behouden. Om dit te bereiken gebruikt de dichter het onopzettelijk geheugen, dat altijd slechts beleefde zaken tevoorschijn brengt. Als gevolg van deze methode zijn de beschreven feiten beperkt tot momenten of uitspraken van mensen in de directe levenssfeer van de dichter, en zijn het kortstondig plaatsvindende verwikkelingen. Dit betekent, dat de lezer voortdurend kennis neemt van een centrifugale gedachtegang en niet van een lineair verloop van de dingen. Doordat de persoon die in de gedichten naast de dichter figureert, uit zijn dromen en herinneringen afkomstig is, en bovendien reeds gestorven is, is ook steeds de stem of het fluiten van de dood hoorbaar. De ervaringen volgen enkel deze stem of dit gefluit; de dood is dus steeds in het kielzog van de dichter aanwezig, wat tot gevolg heeft dat de stem de gebeurtenissen van commentaar voorziet.