Samenvatting
Geen boek ter wereld heeft meer mensen bewogen dan de Bijbel. Maar de Bijbel is altijd vereerd - of verguisd - als het woord van God. Bijna niemand leest het boek voor wat het werkelijk is: het dagboek van de stoutmoedige pogingen van de mensheid om te gaan met de beproevingen van het leven. De Bijbelverhalen geven een diep inzicht in het wezen van Homo sapiens. Gewapend met de laatste inzichten uit de cognitiewetenschappen, de ontwikkelingsbiologie, de archeologie en de godsdienstgeschiedenis zijn biologisch antropoloog Carel van Schaik en historicus Kai Michel op reis gegaan door het boek der boeken, van de Hof van Eden tot de heuvels van Jeruzalem. Ze ontdekken verrassende betekenissen in oude, soms raadselachtige geschiedenissen en komen tot een nieuwe visie op de culturele ontwikkeling van de mens sinds het begin van onze beschaving. Van Adam en Eva tot koning Salomo, van de profeten tot Jezus van Nazareth en zijn moeder Maria: Van Schaik en Michel leggen de echte redenen bloot van Eva's baringspijnen, zij laten zien wat goed was aan Gods toorn en slecht aan Zijn liefde. Ze tonen aan dat de Joodse wetten het werk waren van verrassend logische, zelfs wetenschappelijke geesten. En ze ontdekken de waarheid over zonde, de duivel en het hiernamaals. Wie de Bijbel leest vanuit evolutionair perspectief zal misschien niet God zelf beter begrijpen, maar wel wat het betekent mens te zijn.