Samenvatting
Genomineerd voor de Anton Wachterprijs en de Hebban Debuutprijs Er is code rood afgekondigd: de laatste dag van februari zal stervenskoud worden. Toch wordt een grote stad overspoeld door toeristen met Peruaanse mutsen en lieden op deelstepjes. Iedereen is in afwachting van die avond, waarop in de gehele stad een illuster feest zal losbarsten. Het objectief beschrijft vierentwintig uur uit het leven van vijf personages op drift: Alexia, vertaalster van weerbarstige poëzie, Jessica, tropenarts in opleiding, David, een gefnuikte fotograaf op zoek naar de grote liefde, en zijn vrienden Brecht en Reaux. Tegen de achtergrond van een stad die allang niet meer van hen is, laveren zij tussen idealen en cynisme, tussen tijdelijke woningen en toekomstloze baantjes, tussen een hotpotrestaurant en een betonnen imitatiekerk. Als ijsschotsen botsen hun levens op die ene dag tegen elkaar. Uit het juryrapport van de Anton Wachterprijs 2024 'Martien van Agtmaal beschrijft in Het objectief in een fonkelende, filosofische en geheel eigen taal een beweging, een voortgang zonder duidelijk doel, een koude tocht die alle kanten uitwaaiert. Een roman dus die over alles en niets gaat. Maar kun je een tekst waarvan je niet uit kunt maken of die nu utopisch of dystopisch is zo omschrijven? Natuurlijk niet. Voor in het boek van Van Agtmaal staat een motto van Gerrit Krol: ‘Een stad is eigenlijk niet meer dan de verdichting van een aantal bewegingen die zich dagelijks herhalen’. Een debutant die uit niets iets kan maken en die in staat is om een dergelijk motto nu eens niet alleen maar pretentieus te laten klinken, maar de lezer vol genot van de eerste tot de laatste bladzijde op de uitwerking ervan te trakteren, die moet je koesteren.'