Samenvatting
Begin maart 2007 verscheen bij Uitgeverij DAMON Das Narrenschiff/Het Narrenschip van Sebastian Brant. Dit werk, waarvan de eerste druk in 1494 verscheen, heeft gedurende honderden jaren grote invloed gehad binnen de Europese cultuur. Erasmus' Lof der Zotheid werd er in meerdere opzichten door beïnvloed.
Uitgeverij DAMON brengt Das Narrenschiff in twee banden: de Nederlandse vertaling door dr E. Vandervoort en een fotografische herdruk van de eerste druk uit 1494. Deze band met de oorspronkelijke uitgave is een novum: ook de uitgaven binnen het Duitse taalgebied betreffen immers (Duitse) hertalingen terwijl nu dus de oorspronkelijke uitgave in boekvorm beschikbaar komt.
In Sebastian Brants moraalsatire Het Narrenschip vond Erasmus inspiratie voor zijn Lof der zotheid. Ze kenden elkaar persoonlijk en brieven van Erasmus laten een groot ontzag voor zijn tijdgenoot zien. Brant is te typeren als een humanistisch georiënteerde laat-middeleeuwer, met een gematigd conservatisme en trouwe gehechtheid aan gevestigde orde en traditioneel gedachtegoed. We moeten Das Narrenschiff daarom vooral zien als het denkwerk van een intellectueel die zijn volkse lezer aanmaant terug te keren tot de oude orde.
Erasmus zal vijftien jaar later ook oproepen tot trouw aan geloof, maatschappelijke orde en de rede. Beide schrijvers doen dit niet door principes, gewoonten en instellingen als zodanig te hekelen, maar wel hen die 'er een potje van maken'. Al is bij Brant de humanistische ondertoon overduidelijk, hij staat daarmee nog niet op het volwaardig humanistische standpunt van Erasmus. Brant illustreert zijn opvattingen met vele citaten uit, en verwijzingen naar Bijbel, mythologie en antiek-klassieke literatuur, die tot dan het westerse denken en weten bepaalden. Brant verwerkt zijn kennis en principes tot een moralistisch betoog, doordrongen van een satirische (zelf-)spot. Voor die tijd is de populariserende inslag opvallend: zijn bloemlezing van het algemeen menselijke verschijnsel van de dwaasheid is niet in het Latijn maar in het Hochdeutsch.
De Nederlandse vertaling bevat berijmde vertaling, een inleiding op het leven en werk van Sebastian Brant waarin onder meer de invloed op Erasmus aan de orde komt, toelichtingen en een bespreking van de gravures van Dürer.
Inhoud
Voorwoord door Ton Vink 9
Voorrede op het Narrenschip 33
1 Over nutteloze boeken 38
2 Over goede raad 40
3 Over hebzucht 42
4 Over nieuwe mode 44
5 Over oude narren 46
6 Over goede opvoeding 48
7 Over tweedrachtzaaiers 52
8 Goede raad niet opvolgen 54
9 Over slechte gewoonten 56
10 Over ware vriendschap 58
11 Over verachting der Heilige Schrift 60
12 Over onbezonnen narren 62
13 Over minnarij 64
14 Over vermetelheid tegen God 69
15 Over dwaze plannen 71
16 Over slempen en brassen 73
17 Over nutteloze rijkdom 77
18 Over twee heren dienen 79
19 Over veel zwetsen 81
20 Over het vinden van schatten 85
21 Over afkeuren wat men toch zelf doet 87
22 De les der wijsheid 89
23 Over overschatting van het geluk 91
24 Over te veel zorgen 93
25 Over borgen 95
26 Over nutteloos wensen 97
27 Over zinloos studeren 101
28 Over tegenspraak tegen God 103
29 Over eigengereide narren 105
30 Over grote inkomsten 107
31 Over uitstel vragen 109
32 Over vrouwen hoeden 111
33 Over echtbreuk 113
34 Nar nu en eer 117
35 Over vlug kwaad worden 119
36 Over eigenzinnigheid 121
37 Over gelukstreffers 123
38 Over eigenwijze zieken 125
39 Over opzichtige aanpak 129
40 Zich aan narren storen 131
41 Let niet op alle praatjes 133
42 Over spotvogels 135
43 Verachting der eeuwige vreugde 137
44 Kerklawaai 139
45 Over gezochte tegenspoed 141
46 De macht van narren 143
47 De weg der zaligheid 147
48 Een Gildeschip 149
49 Slecht voorbeeld van ouders 153
50 Over wellust 155
51 Geheimen bewaren 157
52 Vrijen om geld 159
53 Over haat en nijd 161
54 Geen kritiek kunnen verdragen 163
55 Over narren-geneeskunst 165
56 Over de grens der macht 167
57 Over de voorzienigheid Gods 171
58 Zichzelf vergeten 175
59 Over ondankbaarheid 177
60 Over zelfgenoegzaamheid 179
61 Over dansen 181
62 Over nachtelijke serenades 183
63 Over bedelaars 185
64 Over boze vrouwen 189
65 Over sterrenkijken 194
66 Alle landen willen verkennen 198
67 Niet zot willen heten 204
68 Geen pret verdragen 208
69 Ongestraft kwaad willen doen 210
70 Niet tijdig voorzorg nemen 212
71 Twisten en proces voeren 214
72 Grove narren 216
73 Priester worden 220
74 Over nutteloos jagen 224
75 Over slechte schutters 226
76 Over grote roem 229
77 Over spelers 233
78 Over narren die gebukt gaan 237
79 Struikrovers en advocaten 239
80 Dwaze bodes 241
81 Over koks en keldermeesters 243
82 Over boerenvertoon 246
83 Minachting voor armoe 249
84 Over volharden in de goedheid 254
85 Niet bedacht zijn op de dood 256
86 Over godsverachting 262
87 Over godslastering 265
88 Over plagen en straffen Gods 267
89 Over dwaas ruilen 269
90 Eer vader en moeder 271
91 Over zwetsen in het koor 273
92 Overschatting uit hoogmoed 275
93 Woekeren en hamsteren 280
94 Hoop op erven 282
95 Over verleiding tot zondagswerk 284
96 Over geven en spijt krijgen 287
97 Over traagheid en luiheid 289
98 Over buitenlandse narren 291
99 Over geloofsverval 293
100 De val(s)e hengst strelen 301
101 Over influisteren 303
102 Van vervalsing en bedrog 305
103 Over de Antichrist 309
104 De waarheid verzwijgen 315
105 Over verhinderen van het goede 318
106 Verzuimen van goede werken 321
107 Over 't loon der wijsheid 323
108 De Luilekkerboot 327
109 Spot om rampspoed 333
110 Roddelen over het goede 335
110a Over slechte tafelmanieren 337
110b Over Carnavalsgekken 345
111 Verontschuldiging des dichters (APOLOGIE). 349
112 De wijze man 353
Protest 356
Einde van het Narrenschip 358
De gravures 359
Index 409